Deze termen worden vaak gelijkgesteld, maar slechts twee ervan betekenen één en hetzelfde: elektriciteitsgenerator en stroomaggregaat. Er is hier geen verschil. Beide termen staan voor een apparaat dat elektriciteit opwekt. Elke stroomgenerator heeft hiervoor een generator nodig. Dit zet mechanische energie, d.w.z. beweging, om in elektriciteit. In de regel is deze beweging een rotatiebeweging. De generator heeft op zijn beurt een stroombron nodig om de draaibeweging te starten. Dit is meestal een verbrandingsmotor. De generator is quasi een onderdeel van de elektriciteitsgenerator. De benzinemotor dient als energiebron voor de generator, zodat deze de benodigde elektriciteit kan produceren.
In principe kan een onderscheid worden gemaakt tussen converters en omvormers. Het verschil tussen de twee typen is dat een omvormer stroomgenerator spanningsfluctuaties kan hebben. Dit kan schade veroorzaken aan spanningsgevoelige apparaten zoals een computer of een TV-toestel. De omvormer technologie wordt in het volgende hoofdstuk in detail besproken.
Stroomgeneratoren kunnen op verschillende brandstoffen werken. De meest voorkomende zijn zeker de benzine generatoren. Er zijn ook apparaten die op diesel of zelfs gas lopen. Door hun ontwerp leveren zonne-energie generatoren over het algemeen weinig elektriciteit. Om krachtige apparaten te kunnen bouwen, zouden grotere zonnepanelen moeten worden geïnstalleerd – wat onpraktisch zou zijn voor een mobiele generator. Zonnestroom Generatoren kunnen meestal alleen worden gebruikt als mobiele opladers.
Een inverter stroomgenerator verschilt van een conventioneel apparaat in zijn ontwerp. Bij een omvormer zijn de generator en de motor van elkaar gescheiden en voeren ze hun diensten ook afzonderlijk uit. Daarom hoeven de twee componenten niet op dezelfde frequentie te werken. Gelijkstroom wordt omgezet in wisselstroom of gelijkspanning in wisselspanning. Een stroomafwaartse wisselstroom-elektronica levert een stabiele en zuivere sinusspanning. Grote spanningsfluctuaties zijn dus uitgesloten. De uitgangsspanning is onafhankelijk van het motortoerental.